UNHCR dringt er bij Europa op aan om 507 geredde passagiers te laten ontschepen
UNHCR dringt er bij Europa op aan om 507 geredde passagiers te laten ontschepen
UNHCR, De VN-Vluchtelingenorganisatie, roept de regeringen van de Europese lidstaten op om de 507 personen die recent op de Middellandse Zee zijn gered, en er momenteel gestrand zijn, onmiddellijk te laten ontschepen.

UNHCR, De VN-Vluchtelingenorganisatie, roept de regeringen van de Europese lidstaten op om de 507 personen die recent op de Middellandse Zee zijn gered, en er momenteel gestrand zijn, onmiddellijk te laten ontschepen.
Velen onder hen hebben naar verluid in Libië verschrikkelijke mishandelingen overleefd en zijn afkomstig uit landen die vluchtelingen voortbrengen. Deze mensen hebben humanitaire hulp nodig en sommigen hebben reeds aangegeven dat ze internationale bescherming wensen aan te vragen.
Volgens Vincent Cochetel, UNHCR’s speciale gezant voor de centrale Middellandse Zee, is dit een “race tegen de klok”. "Stormen naderen en de omstandigheden aan boord worden enkel erger. Mensen die oorlogen en geweld in Libië zijn ontvlucht in de steek laten op volle zee, zou enkel nog tot meer ellende leiden. Zij moeten onmiddellijk van boord kunnen gaan en broodnodige humanitaire hulp krijgen."
Momenteel bevinden zich nog steeds 151 personen aan boord van de Open Arms boot, terwijl er de voorbije dagen ook nog eens 356 mensen door de Ocean Viking gered werden.
Er zou onmiddellijk een veilige haven moeten worden voorzien en lidstaten zouden de verantwoordelijkheid voor de opvang na aankomst onderling moeten delen.
Een groot aantal Europese leiders hebben hun ontzetting uitgesproken over de gebeurtenissen van vorige maand, toen meer dan 50 mensen omkwamen bij een luchtaanval in een detentiecentrum in Tajoura, Libië, en maar liefst 150 mensen het leven lieten in de zwaarste schipbreuk in de Middellandse Zee sinds begin 2019.
Deze eensgezindheid moet nu worden vertaald naar concrete solidariteit met zij die Libië ontvluchten. Dit houdt in dat mensen die internationale bescherming zoeken toegang moeten krijgen tot het grondgebied en tot asielprocedures.
In 2019 zijn er bijna 600 mensen gestorven of vermist geraakt op de centrale route door de Middellandse Zee. Op de westelijke en oostelijke routes door de Middellandse Zee zijn er, in vergelijking met de centrale route, meer aankomsten en minder slachtoffers.
De opsporings- en reddingscapaciteit in het centrale Middellandse Zeegebied moet worden uitgebreid. In dit kader moet de rol van de door NGO’s beheerde schepen erkend en ondersteund worden. Hun inspanningen redden levens en mogen niet gestigmatiseerd of gecriminaliseerd worden.
Verdere inspanningen zijn nodig om vluchtelingen uit het gevaar in Libië te krijgen. Niemand zou het gevoel mogen hebben dat het beter is hun leven, en dat van hun familie, op het spel zetten tijdens deze vaak dodelijke bootreizen. Meer, snellere en veilige legale routes , zoals bijvoorbeeld evacuaties en hervestiging, zijn noodzakelijk.
UNHCR stelt nogmaals dat ten gevolge van hevige gevechten en talrijke meldingen van schendingen van mensenrechten, waaronder willekeurige detentie, Libië niet als een veilige haven kan worden beschouwd en dat niemand naar Libië mag worden teruggestuurd.
Ondersteun hier ons werk in de regio
Velen onder hen hebben naar verluid in Libië verschrikkelijke mishandelingen overleefd en zijn afkomstig uit landen die vluchtelingen voortbrengen. Deze mensen hebben humanitaire hulp nodig en sommigen hebben reeds aangegeven dat ze internationale bescherming wensen aan te vragen.
Volgens Vincent Cochetel, UNHCR’s speciale gezant voor de centrale Middellandse Zee, is dit een “race tegen de klok”. "Stormen naderen en de omstandigheden aan boord worden enkel erger. Mensen die oorlogen en geweld in Libië zijn ontvlucht in de steek laten op volle zee, zou enkel nog tot meer ellende leiden. Zij moeten onmiddellijk van boord kunnen gaan en broodnodige humanitaire hulp krijgen."
Momenteel bevinden zich nog steeds 151 personen aan boord van de Open Arms boot, terwijl er de voorbije dagen ook nog eens 356 mensen door de Ocean Viking gered werden.
Er zou onmiddellijk een veilige haven moeten worden voorzien en lidstaten zouden de verantwoordelijkheid voor de opvang na aankomst onderling moeten delen.
Een groot aantal Europese leiders hebben hun ontzetting uitgesproken over de gebeurtenissen van vorige maand, toen meer dan 50 mensen omkwamen bij een luchtaanval in een detentiecentrum in Tajoura, Libië, en maar liefst 150 mensen het leven lieten in de zwaarste schipbreuk in de Middellandse Zee sinds begin 2019.
Deze eensgezindheid moet nu worden vertaald naar concrete solidariteit met zij die Libië ontvluchten. Dit houdt in dat mensen die internationale bescherming zoeken toegang moeten krijgen tot het grondgebied en tot asielprocedures.
In 2019 zijn er bijna 600 mensen gestorven of vermist geraakt op de centrale route door de Middellandse Zee. Op de westelijke en oostelijke routes door de Middellandse Zee zijn er, in vergelijking met de centrale route, meer aankomsten en minder slachtoffers.
De opsporings- en reddingscapaciteit in het centrale Middellandse Zeegebied moet worden uitgebreid. In dit kader moet de rol van de door NGO’s beheerde schepen erkend en ondersteund worden. Hun inspanningen redden levens en mogen niet gestigmatiseerd of gecriminaliseerd worden.
Verdere inspanningen zijn nodig om vluchtelingen uit het gevaar in Libië te krijgen. Niemand zou het gevoel mogen hebben dat het beter is hun leven, en dat van hun familie, op het spel zetten tijdens deze vaak dodelijke bootreizen. Meer, snellere en veilige legale routes , zoals bijvoorbeeld evacuaties en hervestiging, zijn noodzakelijk.
UNHCR stelt nogmaals dat ten gevolge van hevige gevechten en talrijke meldingen van schendingen van mensenrechten, waaronder willekeurige detentie, Libië niet als een veilige haven kan worden beschouwd en dat niemand naar Libië mag worden teruggestuurd.
Ondersteun hier ons werk in de regio