De cyclus van lijden in de DRC moet stoppen – en het moet nú stoppen
De cyclus van lijden in de DRC moet stoppen – en het moet nú stoppen
Sinds mijn kindertijd heb ik mijn ouders horen vertellen over hoe ze ontsnapten aan het geweld in de Democratische Republiek Congo (DRC). Ze waren doodsbang en wisten niet waar ze naartoe moesten. Ze trokken door Afrika, op zoek naar veiligheid. Mijn kleine broertjes waren ziek, en één van hen was bijna overleden. Mijn moeder droeg hen allebei – de ene was drie jaar oud, de andere pas zes maanden – op een gevaarlijke reis, met als enige doel te overleven.
Ik deel dit persoonlijke verhaal, omdat dezelfde nachtmerrie zich opnieuw afspeelt – deze keer voor duizenden anderen.
Meer dan 500.000 mensen zijn in slechts enkele weken op de vlucht geslagen, bovenop de bijna 7 miljoen mensen die al binnen het land op de vlucht zijn. Dit is niet zomaar een statistiek die UNHCR, de VN-Vluchtelingenorganisatie, deelt – dit is een échte, voortdurende humanitaire ramp.
Gezinnen in Goma en de omliggende gebieden moeten vluchten voor geweervuur, om vervolgens ingesloten te worden.
De mensen op de vlucht in en rond Goma leven in erbarmelijke omstandigheden en hebben geen toegang tot basisbehoeften zoals voedsel, water en onderdak. Vrouwen, kinderen en ouderen worden het zwaarst getroffen. Het is schokerend om te horen over wijdverspreid seksueel en gendergerelateerd geweld en over kinderen die van hun families worden weggerukt om zich bij gewapende groepen aan te sluiten. Het geweld maakt het nog moeilijker om hulp te bieden aan degenen die die het hardst nodig hebben, en het gevaar voor mensen die vluchten van oorlog en geweld groeit.
Als Congolese vrouw die de jeugd van de diaspora vertegenwoordigt, ben ik erg bezorgd. Ik ben dankbaar voor de opleiding en veiligheid die ik heb gehad, en ik voel een sterke drang om iets terug te doen voor degenen die niet dezelfde kansen hebben gekregen. Ik wil helpen de stemmen te versterken van degenen die niet gehoord worden, zodat zij de steun kunnen krijgen die ze nodig hebben om hun leven weer op te bouwen. Dit zijn niet zomaar cijfers – het zijn gezinnen die een kans op een betere toekomst verdienen.
Weet jij wat er in de DRC gebeurt? Zo niet, dan moedig ik je aan om je te verdiepen in de tragedie die zich daar afspeelt. Gewone mensen – net zoals jij en ik – worden gedwongen hun huis te ontvluchten vanwege het geweld. Dus, wat kunnen we doen? We moeten de internationale gemeenschap oproepen om humanitaire inspanningen, zoals die van UNHCR, op te schalen. We hebben ook sterkere diplomatieke actie nodig om burgers te beschermen en duurzame vrede te bevorderen.
Wat deze situatie nog schrijnender maakt, is hoe weinig media-aandacht de DRC krijgt. Andere crisissen krijgen aandacht, maar het lijden van het Congolese volk wordt vaak genegeerd of gebagatelliseerd. De media moeten hun verantwoordelijkheid nemen en de wereld tonen hoe groot deze crisis werkelijk is. We kunnen niet blijven doen alsof het niet gebeurt.
Ik vraag mezelf voortdurend af: wanneer zal dit ophouden? Zal het ooit eindigen, of zijn we gedoemd om deze cyclus van lijden generatie na generatie te herhalen?
Wat er nu in Goma gebeurt, zoveel mensen die hetzelfde doormaken als mijn familie destijds, maakt me triest.
Het raakt me diep, want dit was ooit mijn familie—op de vlucht voor angst, op de vlucht voor de dood, op zoek naar veiligheid.
De DRC verdient vrede. Maar meer nog, haar bevolking verdient het. Ze verdienen het om in veiligheid te leven, met waardigheid en een kans om hun leven opnieuw op te bouwen. Ik ben dankbaar dat mijn familie veiligheid heeft gevonden, maar ik zal niet rusten totdat anderen dat ook kunnen.