In het noordwesten van Syrië – waaronder Aleppo – zijn sinds 27 november gevechten opgelaaid. Deze escalatie is de hevigste in het land sinds 2019 en er zijn al meerdere burgerslachtoffers gevallen. Er is schade aan infrastructuur en essentiële dienstverlening is opgeschort.
Tienduizenden mensen zijn ontheemd geraakt binnen het gouvernement Aleppo en naar andere delen van Syrië gevlucht, waaronder Damascus, de regio Damascus, Hama, Homs, Lattakia en de gouvernementen Tartous. Aan basisvoorzieningen blijft een groot gebrek als gevolg van de aanhoudende gewelddadigheden.
Twee grote ziekenhuizen in Aleppo hebben hun maximale capaciteit bijna bereikt, terwijl de meeste privéziekenhuizen gesloten blijven. De gezondheidssector meldt dat er geen functionerende openbare ziekenhuizen of eerstelijnsgezondheidscentra zijn in de getroffen gebieden van het westelijke landelijke Aleppo. Een belangrijk waterstation voor het westen van Aleppo is buiten gebruik en scholen in vele gebieden zijn gesloten. In Aleppo kampen de inwoners met tekorten aan brood, essentiële goederen en brandstof
De VN-coördinator voor noodhulp en humanitaire coördinator voor Syrië, Adam Abdelmoula, riep in een verklaring op tot onmiddellijke stopzetting van de vijandelijkheden. De Secretaris-Generaal van de VN deelde ook zijn bezorgdheid en schreef: “Al bijna 14 jaar lang moeten Syriërs een conflict doorstaan. Ze verdienen een vreedzame toekomst – niet nog meer bloedvergieten.”
De woordvoerder van de VN Secretaris-Generaal meldt dat de drie grensovergangen vanuit Turkije die door de VN worden gebruikt om hulp te bieden in het noordwesten van Syrië, open blijven.
Syrië blijft een van de ernstigste humanitaire crises ter wereld, waar naar schatting 90 procent van de bevolking in armoede leeft. Vóór de recente escalatie waren al 7,2 miljoen mensen op de vlucht in eigen land door het conflict. Dit komt bovenop de recente toestroom van meer dan een half miljoen mensen – zowel Libanezen als Syriërs – die de Israëlische luchtaanvallen in Libanon zijn ontvlucht. Zestig procent van hen zijn Syriërs, die aankomen met een minimum aan bestaansmiddelen en dringend humanitaire hulp nodig hebben, net als de gemeenschappen die hen opvangen.
Humanitaire operaties in Idlib, Aleppo en Hama blijven grotendeels opgeschort en veel partners zijn naar veiligere gebieden verplaatst. Terwijl UNHCR en de bredere internationale gemeenschap de activiteiten in Aleppo willen hervatten zodra de veiligheid dit toelaat, zijn er teams gemobiliseerd om nieuwkomers te ondersteunen in gebieden waar ontheemden wonen.
In samenwerking met partners beoordeelt UNHCR de behoeften en biedt het essentiële hulp in opvangcentra, zoals het uitdelen van dekens, slaapmatten, lampen op zonne-energie, keukensets, plastic zeilen, jerrycans en winterkleding. Er worden ook artikelen uitgedeeld voor hygiëne en persoonlijke verzorging, zoals maandverband, ondergoed en zeep. UNHCR biedt waar nodig ook medische hulp, zoals rolstoelen, gehoorapparaten, wandelstokken en brillen.
Via haar gemeenschapscentra en mobiele teams biedt UNHCR ook belangrijke beschermingsdiensten zoals juridische bijstand, psychosociale ondersteuning en gespecialiseerde diensten voor gendergerelateerd geweld en kinderbescherming, geleverd door lokale partners.
Deel op Facebook Deel op Twitter