Wat is relocatie?

Relocatie, ook wel ‘overplaatsing’ genoemd, verwijst naar de overdracht van vluchtelingen van de ene EU-lidstaat naar de andere. Dit is een intern EU-proces, waarin lidstaten een andere lidstaat helpen om de druk van een relatief grote vluchtelingenpopulatie te verminderen, door de verantwoordelijkheid voor een aantal van deze vluchtelingen over te nemen.

Een concreet voorbeeld hiervan is het overnemen van alleenstaande kinderen op de vlucht en kwetsbare vluchtelingen vanaf de Griekse eilanden door andere Europese landen.

Wat is de rol van UNHCR bij de recente overplaatsingen vanuit Griekenland?

De speciale secretaris heeft samen met de autoriteiten in Luxemburg en Duitsland UNHCR in Griekenland in april om hulp gevraagd bij de dringende ad-hoc overplaatsingsregelingen voor alleenstaande kinderen. Die hulp omvat het identificeren van de kinderen, een ‘Best Interest’-proces (zie de relocatie-explainer voor uitleg) en het begeleiden van de kinderen van de eilanden naar het vasteland voorafgaand aan hun vertrek naar Luxemburg en Duitsland.

UNHCR bevindt zich in een goede positie om deze verantwoordelijkheid op zich te nemen, omdat het een leidende rol had in een eerder vergelijkbaar proces (het Dubs-plan: het overplaatsen van alleenstaande kinderen naar Engeland), wereldwijde ervaring heeft met hervestiging, bescherming biedt aan alleenstaande kinderen en aanwezig is op de Griekse eilanden en het opvang- en identificatiecentrum in Evros (Fylakio).

Hoe gaan de overplaatsingen van alleenstaande kinderen uit Griekenland in zijn werk?

Elf EU-landen nemen deel aan de regeling om meer dan 5000 kwetsbare asielzoekers, waaronder 1.600 alleenstaande kinderen, op te nemen voor overplaatsing vanuit Griekenland. In ongeveer een jaar tijd, van april 2020 tot en met maart 2021, waren er 733 alleenstaande kinderen overgeplaatst naar andere landen in de Europese Unie, zoals Luxemburg, België, Duitsland, Frankrijk, Portugal en Finland. Daarnaast werden er bijna 2000 kwetsbare asielzoekers en vluchtelingen overgenomen.

De Europese Commissie coördineert dit proces met het ‘bureau van de speciale secretaris voor de bescherming van alleenstaande minderjarigen in Griekenland’, waarbij de deelnemende landen en VN-organisaties, waaronder UNHCR, de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) en UNICEF, worden betrokken. Er zijn gezamenlijke procedures en criteria opgesteld die moeten worden gevolgd. Individuele landen kunnen bepaalde criteria en prioriteiten formuleren, afhankelijk van hun opvangcapaciteit, beschikbare diensten, et cetera.

Wie wordt aangemerkt als alleenstaande minderjarige?

Alleenstaande kinderen zijn gescheiden van zowel ouders als andere familieleden en worden niet verzorgd door een volwassene die volgens de wet of gewoonlijk hiervoor verantwoordelijk is. Volgens de wettelijke definitie worden ze alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’s) genoemd. De autoriteiten in Europa proberen deze kinderen te herenigen met hun familie via de Dublin III-procedure: een mechanisme om te bepalen welk land verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek.

Wat is er bekend over de alleenstaande kinderen in Griekenland?

Op 30 juli 2020 waren er 4.558 alleenstaande vluchtelingen- en migrantenkinderen in Griekenland die versnelde registratie, gezinsopsporing, hereniging en/of overplaatsing naar een derde land nodig hadden, volgens het EKKA, het Griekse Nationale Centrum voor Sociale Solidariteit. Drieënnegentig procent bestaat uit jongens en zeven procent meisjes. Tweeënnegentig  procent is tussen de 14 en 18 jaar oud.

Van het totaal bevinden zich 1.483 kinderen in accommodatie bedoeld voor de lagere termijn, 783 in korte termijn locaties, 904 zijn ondergebracht in opvang- en identificatiecentra zoals Moria op het eiland Lesbos, 190 in open opvangfaciliteiten op het vasteland en 193 in beschermende hechtenis op politiebureaus. Nog eens 1.005 alleenstaande kinderen zijn dakloos of leven in precaire omstandigheden. De alleenstaande kinderen op de eilanden lopen risico op uitbuiting, geweld en mensenhandel, en daarnaast sinds recente ontwikkelingen ook op COVID-19.

Afghanistan is goed voor 41 procent van de alleenstaande kinderen, 23 procent komt uit Pakistan en 10 procent uit Syrië. De rest komt uit andere landen.