Door onveiligheid in de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR) zijn in minder dan twee maanden tijd meer dan 200.000 mensen op de vlucht geslagen. Tienduizenden mensen verkeren in moeilijke omstandigheden.
Deze moeder uit de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR) zit met haar kinderen naast haar geïmproviseerde onderkomen in het dorp Ndu, in de DR Congo. © UNHCR/Fabien Faivre
Zo’n 92.000 vluchtelingen zijn de grens met de Democratische Republiek Congo (DRC) overgestoken. Nog eens ongeveer 13.240 mensen zijn naar Kameroen, Tsjaad en Congo-Brazzaville gevlucht. Het geweld in de CAR brak uit in december 2020, voorafgaand aan de verkiezingen. Vluchtelingen blijven arriveren.
Daarnaast zijn nog eens zo’n 100.000 mensen binnen de CAR op de vlucht.
Doordat veel mensen nog steeds op de vlucht zijn is het moeilijk om de ontheemden te bereiken. De hoofdweg die werd gebruikt om voorraden aan te voeren, is ook afgesloten.
Gewapende groepen zijn actief in Batangafo en Bria, waar ontheemde gemeenschappen zich schuilhouden. De ontheemden lopen risico op gedwongen rekrutering, bewegingsbeperking en afpersing of bedreiging.
Vluchtelingen uit de CAR zijn de rivieren Ubangi, Mbomou en Uele overgestoken die de natuurlijke grens van het land met de DRC vormen. Ze bevinden zich op 40 plaatsen in de provincies Noord-Ubangi, Zuid-Ubangi en Bas Uele.
Vluchtelingen vertelden dat ze in paniek zijn gevlucht toen ze geweerschoten hoorden en hun bezittingen hebben achtergelaten.
De meeste vluchtelingen leven in erbarmelijke omstandigheden in afgelegen, moeilijk bereikbare gebieden bij rivieren, zonder basisonderdak en met acute voedseltekorten. Ze zijn afhankelijk van het vangen van vis en van wat de lokale dorpelingen kunnen missen. Helaas beschikken de gastgemeenschappen in deze afgelegen gebieden zelf maar over heel weinig.
Voor velen is de rivier ook de enige waterbron om te drinken, te wassen en te koken. Malaria, luchtweginfecties en diarree komen onder vluchtelingen veel voor. Onze partners behandelen patiënten en distribueren medicijnen, maar de behoeften nemen toe.
De Centraal-Afrikaanse vluchteling Yvette (57) zit met haar twee kleinkinderen in het gras in Ndu, een dorp in de Democratische Republiek Congo (DRC). Ze is gevlucht uit Bangassou in de Centraal-Afrikaanse Republiek. © UNHCR/Ghislaine Nentobo
Grote afstanden en extreem slechte wegen zorgen ervoor dat humanitaire hulp tijd nodig heeft om mensen in nood te bereiken. UNHCR deelt noodvoorraden uit aan de meest kwetsbare gezinnen in de provincies Zuid-Ubangi, Noord-Ubangi en Bas Uele.
Vluchtelingen hebben dringend voedsel en onderdak, drinkwater, noodhulpgoederen, sanitaire voorzieningen en gezondheidszorg nodig om de verspreiding van COVID-19 en andere ziekten te voorkomen. Ze hebben ook documentatie nodig.
UNHCR registreert biometrisch tot 1000 nieuw aangekomen mensen per dag, waardoor mensen met kwetsbaarheden direct kunnen worden geïdentificeerd.
Ook plaatsen we noodvoorraden in Yakoma, in de provincie Noord-Ubangi, voordat deze gebieden over de weg onbereikbaar worden door het dreigende regenseizoen. Over zes weken zullen de regens de hulpverlening aan vluchtelingen in Bas Uele en Noord-Ubangi erg moeilijk maken.
De financiering voor de humanitaire respons van UNHCR is al heel erg laag en staat onder zware druk, aangezien het aantal vluchtelingen en hun behoeften voorlopig blijven toenemen. Onze respons voor de situatie in de CAR in 2021 is slechts voor twee procent gefinancierd.
UNHCR doet een dringend beroep op de internationale gemeenschap tot fondsen, zodat humanitaire organisaties levensreddende hulp kunnen bieden aan de Centraal-Afrikaanse vluchtelingen en de gemeenschappen die hen opvangen.
Deel op Facebook Deel op Twitter
