Meer dan 10 jaar nadat UNHCR opriep tot een procedure om staatloosheid vast te stellen werd er op dinsdag 31 mei 2022 eindelijk een wet aangenomen. Een eerste en belangrijke stap naar een nieuwe toekomst voor staatlozen in Nederland.
Concreet zorgt de wet ervoor dat er een procedure bij de rechter komt voor de vaststelling van staatloosheid. De aanname van het wetsvoorstel komt meer dan tien jaar nadat UNHCR een rapport lanceerde waarin de Nederlandse regering werd opgeroepen meer te doen om staatloosheid te beëindigen. Ook de Adviescommissie Vreemdelingenzaken trok in 2013 aan de bel.
“Dit is een eerste stap in de goede richting. Deze wet zal een grote verandering teweegbrengen in het leven van staatlozen in Nederland,” zegt Andrea Vonkeman, hoofd UNHCR Nederland. “UNHCR blijft bereid om de regering hierin verder te ondersteunen, want er zijn wel nog wat verbeterpunten.”
Staatlozen hebben geen nationaliteit en geen paspoort. Daardoor mogen ze niet werken, geen bankrekening openen, geen huis kopen of zelfs niet trouwen. Zo worden ze hun leven lang met obstakels geconfronteerd. Denk bijvoorbeeld aan de Rohingya uit Myanmar, die al tientallen jaren worden gediscrimineerd, velen zijn op de vlucht geslagen voor geweld.
Veelgestelde vragen over staatloosheid
Hoewel Nederland de twee VN-verdragen van 1954 en 1961, die bedoeld zijn om staatloosheid te beëindigen, al jaren geleden heeft ondertekend, bestaat er tot op heden geen procedure waarmee mensen kunnen aantonen dat ze geen nationaliteit hebben.
Naast de wet voor het vaststellen van staatloosheid is er verdere vooruitgang geboekt en is op 31 mei ook een andere wet gewijzigd: de Rijkswet op het Nederlanderschap. Deze wet zorgt ervoor dat staatloze kinderen zonder papieren nu na vijf jaar de Nederlandse nationaliteit kunnen krijgen.
De aanname van het wetsvoorstel door de Tweede Kamer is een mijlpaal. UNHCR blijft bereid met de autoriteiten samen te werken, onder meer om een aantal onopgeloste kwesties binnen de wet aan te pakken. Zo voorziet de vaststelling van staatloosheid niet in een verblijfsvergunning, terwijl de bedoeling van de VN-verdragen, waar Nederland zich aan dient te houden, juist is om een einde te maken aan staatloosheid. De Nederlandse regering stelt nog steeds dat geïdentificeerde staatlozen, na de nieuwe procedure te hebben doorlopen, toch kunnen terugkeren naar hun land van herkomst of het land van voormalig verblijf – een paradox als men zich realiseert dat iemand die staatloos is door geen enkel land als onderdaan wordt erkend. UNHCR hoopt dat in de toekomst vastgestelde staatlozen een verblijfsvergunning zal worden verleend.
Deel op Facebook Deel op Twitter