Door bezuinigingen sluiten cruciale diensten voor Soedanese vluchtelingen in Tsjaad
Ongekende bezuinigingen op humanitaire hulp hebben ernstige gevolgen voor Soedanese vluchtelingen in Tsjaad. UNHCR en haar partners worden gedwongen om gezondheids-, onderwijs- en andere cruciale programma’s, die vrouwen en kinderen beschermen tegen geweld en uitbuiting, te sluiten of in te krimpen.
Reproductieve gezondheidsdiensten zijn bijzonder hard getroffen, met als gevolg dat de kraamafdeling voor vluchtelingenvrouwen haar deuren moest sluiten. Meer vrouwen worden nu gedwongen om thuis te bevallen zonder medische zorg, wat leidt tot meer sterfgevallen onder vrouwen en pasgeborenen.
In het hele land lopen meer dan 8.500 gevluchte kinderen het risico dit jaar geen toegang meer te hebben tot onderwijs, aangezien de bezuinigingen het onmogelijk maken om leraren te betalen. Als de bezuinigingen aanhouden tot 2026, zouden meer dan 155.000 vluchtelingenkinderen zonder onderwijs kunnen komen te zitten, waardoor jongeren kwetsbaarder worden voor uitbuiting en misbruik.

Bezuinigingen betekenen dat leraren op de middelbare school in vluchtelingenkamp Farchana in het oosten van Tsjaad niet langer worden betaald.
“We waren geschokt,” zegt Abdelrahim Abdelkarim, directeur van een middelbare school in vluchtelingenkamp Farchana in Oost-Tsjaad, verwijzend naar de dag in januari toen hij het nieuws ontving dat er geen geld meer beschikbaar was om de salarissen van leraren te betalen. “Kinderen zijn gestopt met school. Veel studenten zullen gevaarlijke en illegale migratieroutes nemen, in een poging de zee over te steken. Sommigen zullen verdrinken, terwijl anderen in goudmijnen zullen belanden.”
Tsjaad vangt 1,3 miljoen mensen op die gedwongen werden te vluchten, waaronder meer dan 760.000 Soedanese vluchtelingen die sinds de brute oorlog in hun land zijn aangekomen. Families steken elke dag de grens over – de meesten van hen vrouwen en kinderen – wat druk legt op een van de armste landen ter wereld, dat al worstelt met de gevolgen van extreme weersomstandigheden, conflicten en economische instabiliteit.

Een groep vrouwen ontmoet elkaar in vluchtelingenkamp Farchana in Oost-Tsjaad, nabij de grens met Soedan. De meerderheid van de vluchtelingen die daar aankomen zijn vrouwen en kinderen.
De financieringscrisis heeft ervoor gezorgd dat UNHCR en haar partners worstelen met het verplaatsen van honderdduizenden nieuwe aangekomen mensen, weg van de drukke gebieden nabij de grens met Soedan, naar plekken waar ze levensreddende hulp kunnen ontvangen. Nabij de grens met Soedan leven vluchtelingen in zware omstandigheden zonder voldoende voedsel of water. De bouw van nieuwe opvanglocaties voor vluchtelingen is stilgelegd.
De bezuinigingen hebben ook humanitaire organisaties gedwongen programma’s stop te zetten die kwetsbare en alleenstaande kinderen bescherming boden en vrouwen en meisjes hielpen om zich te beschermen tegen geweld en uitbuiting.
“Het is verdrietig om te zien dat deze programma’s vanuit de gemeenschap van de ene op de andere dag instorten,” zegt Sabine Nana, een medewerker van UNHCR in Farchana. In plaats van het programma uit te breiden naar 10 andere vluchtelingenkampen zoals gepland, zal het eind mei worden stopgezet.

Sabine Nana, UNHCR-medewerker, leidt een groepsdiscussie voor mannen over geweld tegen vrouwen en meisjes in vluchtelingenkamp Farchana.
Tegen eind februari had UNHCR slechts 14 procent ontvangen van de financiering die het nodig heeft om dit jaar vluchtelingen en ontheemden in Tsjaad te ondersteunen.
Terwijl vluchtelingen zich aan de realiteit van de financieringscrisis aanpassen, proberen gemeenschapsleiders in kamp Farchana de gaten te vullen. Ouders bouwen geïmproviseerde klaslokalen voor kinderen en delen de kleine hoeveelheden voedselhulp die zij ontvangen met leraren die les blijven geven zonder betaling.
“De gemeenschap besloot de leraren te blijven steunen, maar hoever zullen ze gaan?” vraagt Michel-Rene Bizoza van UNHCR in Farchana. “Het is echt moeilijk om hiermee om te gaan, maar we zijn hier bij hen, huilen samen en delen de last met hen. We weten dat ze niet alleen zijn – vluchtelingen over de hele wereld lijden. We hopen dat de situatie zal verbeteren.”
In een recente verklaring zei Filippo Grandi, VN-Hoge Commissaris voor Vluchtelingen dat “de brute bezuinigingen in de humanitaire sector miljoenen levens in gevaar brengen.” Hij omschreef het financieringstekort als “een crisis van verantwoordelijkheid” en zei dat “de prijs van nietsdoen wordt betaald in menselijk leed, instabiliteit en verloren toekomsten”. Grandi brengt deze week een bezoek aan Tsjaad om vluchtelingen te ontmoeten die het conflict in Soedan ontvluchten en om zelf te zien hoe het tekort aan financiële middelen de mogelijkheden voor humanitaire hulp beïnvloeden.

De dromen van Hawa Ahmed Adam (18) om arts te worden staan op het spel door bezuinigingen. Ze is student op de middelbare school in vluchtelingenkamp Farchana.
Een van die verloren toekomsten is die van Hawa Ahmed Adam, een 18-jarige studente aan de middelbare school in Farchana. Zij droomt ervan om arts te worden.
“Ik wil mensen helpen om de juiste behandeling te krijgen, of dat nu via operaties is of door het voorschrijven van de juiste medicijnen,” zegt ze. “Als je geen onderwijs hebt, heb je geen idee van het leven.”