In de afgelopen dertig jaar hebben DAFI-beurzen gevluchte studenten de kans gegeven een universitair diploma te behalen en zo te werken aan een beter toekomstperspectief.
Ornella Banam overleefde een gewelddadige aanval van de rebellen op de kerk waar ze was. Toen besloot de dat het tijd was om de burgeroorlog te in de Centraal-Afrikaanse Republiek te ontvluchten. Ze vond veiligheid in Burkina Faso. Hier studeerde zij verder in de hoop voedingsdeskundige te worden. Maar toen haar vader twee jaar later overleed, kon ze het collegegeld niet meer betalen en moest ze gedwongen stoppen met studeren.
Vorig jaar werd Banam geselecteerd voor het DAFI-beursprogramma (Albert Einstein German Academic Refugee Initiative), waardoor ze haar studie kon voortzetten. “Deze beurs gaf me de hoop terug die ik vijf jaar eerder had verloren”, zegt de 30-jarige. “Ik zag mijn droom in duigen vallen, maar dankzij deze kans ben ik weer optimistisch.”
Uit de meest recente cijfers blijkt dat de instroom van vluchtelingen in het hoger onderwijs in het academisch jaar 2020-21 wereldwijd is gestegen tot 6 procent. Dit is een stijging van 1 procent ten opzichte van een paar jaar geleden. Maar het komt nog lang niet in de buurt van de doelstelling van ‘15 procent in het hoger onderwijs tegen 2030’ die de UNHCR, de VN-vluchtelingenorganisatie, heeft vastgesteld. De cijfers weerspiegelen een grote ongelijkheid. Op elk onderwijsniveau: primair, secundair en tertiair – zijn minder vluchtelingen ingeschreven dan de armste bevolkingsgroepen.
Het DAFI-programma voor studiebeurzen is van cruciaal belang voor het behalen van de 15 procent doelstelling. Sinds 1992 hebben wereldwijd 21.500 vluchtelingen hoger onderwijs kunnen volgen, waarvan 6.200 in West-Afrika sinds 2010. Dit jaar kregen 934 jonge vluchtelingen in 15 West-Afrikaanse landen een DAFI-beurs.
“Deze beurs gaf me de hoop terug die ik verloren had…”
Zoals vele anderen in het DAFI-programma is Banam’s studiekeuze onstaan door haar eigen ervaring. Ze groeide op in een land met veel armoede en voedsel is vaak schaars. “Ondervoeding is de belangrijkste oorzaak van kindersterfte in de wereld, vooral in mijn land”, zegt ze en voegt eraan toe dat ze wil “zorgen voor kinderen die wereldwijd aan ondervoeding lijden.” Nu de DAFI-beurs het collegegeld, de huur en de kosten van levensonderhoud dekt, kan Banam zich weer op haar studie focussen.
Florine Lutumba was nog maar acht jaar oud toen een burgeroorlog haar familie dwong hun huis in de Democratische Republiek Congo te verlaten. De afgelopen 15 jaar woont ze in Ivoorkust, waar ze haar baccalaureaat op de middelbare school behaalde en zo de weg vrijmaakte voor een mogelijke universitaire opleiding. Maar door de slechte gezondheid van haar vader moest Lutumba haar studie opgeven om hem te helpen.
“Ik was erg verdrietig want mijn vrienden gingen naar de universiteit en gingen veder met hun opleiding voortzetten”, vertelt Lutumba. “Na een tijdje besloot ik niet meer te klagen omdat ik me daardoor alleen maar ellendig voelde.”
Nadat ze haar zinnen erop had gezet, begon ze samen met haar jongere zus gebak te bakken en te verdelen in haar wijk in de hoofdstad Abidjan. Uiteindelijk verdiende ze genoeg geld om avondlessen bedrijfskunde aan een particuliere universiteit te kunnen betalen.
Sinds 2021 neemt DAFI het collegegeld voor Lutumba’s universiteit voor zijn rekening, zodat ze zich beter op haar studie kan concentreren. “Scholing is niet langer een zorg voor mij. Dankzij deze beurs, die mijn collegegeld, dagelijks vervoer en medische kosten dekt, heb ik een beter leven en voel ik me gelukkig.”
“Mijn studieresultaten zijn altijd zeer goed. Ik streef altijd naar uitmuntendheid.”
De hardwerkende en toegewijde Lutumba, nu 23 jaar oud, vindt dat de moeilijke tijden die vluchtelingen vaak moeten overwinnen “een motivatie moeten zijn en geen bron van ontmoediging.” Lutumba hoopt haar diploma met vlag en wimpel te behalen: “Mijn ambitie is om in de toekomst een groot bedrijf te leiden of te managen.”
Deel op Facebook Deel op Twitter